Diabetes
Wat is diabetes?
Glucose (suiker) in ons bloed wordt door het lichaam gebruikt als energiebron. Insuline zorgt ervoor dat onze bloedsuikerspiegel constant blijft. Diabetespatiënten produceren te weinig of geen insuline waardoor er schommelingen in het bloedsuikergehalte ontstaan. Diabetes is een chronische aandoening: het kan wel worden behandeld maar niet worden genezen. Met een gezonde leefstijl kan er verbetering optreden.
Men onderscheidt twee typen diabetes: type 1 en type 2. Type 2 werd voorheen ouderdomsdiabetes genoemd, maar tegenwoordig wordt deze vorm op steeds jongere leeftijd geconstateerd. Daarnaast komt type 2 komt vaker voor onder Nederlanders van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst dan onder de autochtone bevolking.
Wanneer ziet een diabetes patiënt een diëtist?
- Als diabetes recent is vastgesteld.
- Bij voedingsproblemen.
- Bij wijziging van medicatie.
- Bij zelfcontrole van de bloedglucose.
- Wanneer leef- of werkzaamheden veranderen.
- Bij maag- darmproblemen.
- Bij complicaties waarbij aanpassing van de voeding zinvol is.
- Bij een halfjaarlijkse/jaarlijkse controle.
Klachten die kunnen wijzen op diabetes
Mensen met type 1 merken vrijwel altijd duidelijke verschijnselen, bij diabetes type 2 zijn de symptomen vaak minder duidelijk. De huisarts zal op basis van bloedonderzoek de aandoening vaststellen. Onderstaande symptomen kunnen duiden op diabetes:
- Veel plassen: de nieren proberen de verhoogde hoeveelheid glucose via de urine te verwijderen. Het resultaat is dat er veel en vaak geplast wordt.
- Veel dorst en veel drinken: gerelateerd aan veel plassen, is het hebben van hevige dorst.
- Vermoeidheid: moeheid en gebrek aan energie zijn het gevolg van een tekort aan glucose in de cellen van het lichaam.
- Afvallen en hongergevoel: wanneer er genoeg wordt gegeten en toch gewichtsverlies optreedt kan dit duiden op diabetes. Het lichaam schakelt dan over op vet- en eiwitverbranding omdat glucose niet verbrand kan worden. Hierdoor kan er gewichtsverlies optreden.
- Terugkerende infecties: door te hoge bloedglucosewaarde kan de afweer verminderd zijn en een infectie optreden. Veel voorkomend infecties zijn blaasontsteking en huidinfecties.
- Pijn in de benen: de pijn wordt veroorzaakt door problemen met de bloedvaten en zenuwen. Hoge bloedglucosewaarden kunnen op de duur de zenuwen en de kleine bloedvaten beschadigen.
- Slecht of wazig zien en dubbel zien: Bij hoge of sterk wisselende bloedglucosewaarde wordt het gezichtsvermogen vaak minder. Dit komt doordat bloedvaatjes in de ogen beschadigd of vernauwd raken. Als gevolg hiervan krijgt het oog minder zuurstof.
Hoe ziet de behandeling van diabetes er uit?
Voorlichting, zelfcontrole en zelfregulatie zijn de sleutelwoorden voor de behandeling van diabetes. De behandeling bestaat doorgaans uit een combinatie van voedingsaanpassingen, beweegadvies, leefstijladvisering en medicatie. De behandeling en begeleiding van diabetes wordt verzorgd een diabetesteam waar verschillende medische professionals samenwerken. Het team kan bestaan uit internist of (huis)arts, diabetesverpleegkundige of praktijkondersteuner huisarts, diëtist, podotherapeut, oogarts en een psycholoog. De behandelingsdoelen bij diabetes mellitus zijn:
- Het nastreven van een zo goed mogelijke glucose-regulatie
- Het voorkómen, tijdig opsporen en behandelen van diabetes gerelateerde complicaties (zoals hoge bloeddruk of verhoogd cholesterol
- U zo goed mogelijk leren en helpen om de dagelijkse zorg voor diabetes zelf uit te kunnen voeren.
Diabetes type 1
De behandeling van Diabetes type 1 richt zich op het afstemmen van het voedingspatroon, koolhydraatverdeling en de werking van insuline om een optimale diabetes regulatie te kunnen nastreven. Het doel van de behandeling is om complicaties te voorkomen of uit te stellen.
Insuline
Insuline zorgt ervoor dat de suikers (glucose) uit het voedsel in de lichaamscellen terecht komen. De alvleesklier van mensen met type 1 diabetes maakt (vrijwel) geen insuline meer. Om de cellen toch van genoeg brandstof te voorzien, is insuline nodig. Dat gebeurt met injecties, meestal meerdere keren per dag. Er zijn verschillende soorten insuline. Voor meer informatie over de soorten insuline klik dan hier.
Afstemming koolhydraten en insuline
Bij het gebruik van insuline is het belangrijk om een goede afstemming van de koolhydraten en insuline na te streven om te lage of te hoge glucosewaarden te voorkomen. Een diëtist kan u helpen met het rekenen van koolhydraten, structuur aan brengen in uw voeding en een verantwoord eetpatroon na te streven. Lees er meer over bij het kopje voeding.
Diabetes type 2
De behandeling bij mensen met diabetes type 2, is anders dan bij diabetes met type 1. Bij diabetes type 2 maakt het lichaam zelf nog insuline aan (zeker in de beginfase, maar dit neemt geleidelijk af), waardoor medicatie niet altijd direct noodzakelijk is. De behandeling richt zich voornamelijk op een combinatie van gezonde voeding, voldoende beweging en een verantwoorde leefstijl. Een verantwoorde leefstijl kan heel veel doen voor de diabetes! Daarbij wordt gestreefd naar verlagen van risico op hart- en vaatziekten, het bereiken of behouden van een gezond gewicht, en goede regulering van de cholesterolwaarden.
Tabletten
Wanneer de bloedglucosewaarden niet onder controle gehouden kunnen worden met behulp van voeding en bewegen, wordt de behandeling aangevuld met tabletten. Er zijn diverse soorten tabletten die de bloedglucosewaarden stabiliseren. De voedingsadviezen blijven bij het gebruik van tabletten van kracht.
Bewegen
Bewegen is voor iedereen belangrijk, ook voor mensen met diabetes. Het heeft een positieve invloed op de werking van insuline, de bloedsuikerspiegel, de bloedsomloop en eventueel ook op het (over)gewicht. Daarnaast voel je je door beweging fitter, prettiger en het werkt ontspannend. Bij regelmatige inspanning stijgt de insulinegevoeligheid waardoor minder insuline nodig is.
Voeding van belang bij diabetes
De term suikerziekte is vroeger ontstaan. Men wist niet precies wat er aan de hand was bij diabetes. Wel wist men dat de urine zoet was door de glucose die wordt uitgescheiden met de nieren. Vroeger kregen patiënten te horen dat ze geen suiker meer mochten gebruiken. Inmiddels zijn deze inzichten veranderd. Het gebruik van suiker is toegestaan, maar met mate en verspreid over de dag.
Koolhydraten
Voor diabetespatiënten spelen koolhydraten (suikers en zetmeel) een belangrijke rol. Koolhydraten worden in het lichaam omgezet in glucose. Daarmee zijn koolhydraten de brandstof voor het lichaam. Wanneer je eet, stijgt de bloedglucosespiegel. Bij een gezond persoon is er een evenwicht tussen de koolhydraatverdeling over de dag en de hoeveelheid insuline die het lichaam aanmaakt. Diabetespatienten moeten hun insuline reguleren met behulp van medicatie. Het is belangrijk dat de hoeveelheid koolhydraten in de voeding worden afgestemd aan de medicatie.
Koolhydraten worden onderscheiden in langzame en snelle koolhydraten. Deze termen geven aan in welke mate de bloedsuikerspiegel stijgt en daalt. Langzame koolhydraten zitten in producten zoals volkoren brood, ontbijtgranen, fruit, peulvruchten, rijst, pasta. In gebak, koekjes, frisdrank of vruchtensappen en koekjes zitten voornamelijk de snelle koolhydraten). Probeer zoveel mogelijk langzame koolhydraten te eten, hierdoor stijgt en daalt de bloedsuikerspiegel geleidelijk en heb je langer een verzadigd gevoel.
Koolhydraatbeperkt dieet
De laatste jaren komen er steeds meer onderzoeken die aantonen dat het beperken van koolhydraten in de voeding effectief kan zijn voor diabetespatiënten. Het verminderen van koolhydraten kan bijdragen aan het verlagen van de bloedglucosespiegel. Dit betekent niet dat u alle koolhydraten hoeft te beperken: probeer snacks, frisdrank/ sap, koekjes, gebak, zoet broodbeleg, witte broodsoorten en witte pasta en rijst zoveel mogelijk te beperken. In plaats daarvan kiest u voor volkorenproducten, peulvruchten, ongezoete zuivel, veel groenten, fruit en koffie/ thee en water. Daarnaast kan het koolhydraatbeperkt dieet helpen bij afvallen als er sprake is van overgewicht. Het verlagen van het gewicht heeft een gunstige invloed op de complicaties van diabetes.
Zoetstoffen
Zoetstoffen zijn een alternatief voor suiker als u op uw gewicht wilt letten of geen rekening wilt houden met koolhydraten die wel in suiker aanwezig zijn. Zoetstoffen lijken geen invloed te hebben op de glucosespiegel, ook al wordt hier wel steeds vaker onderzoek naar gedaan.
Voedingsvezels
Vezels helpen om de bloedglucosespiegel beter in balans gehouden. Vezels zijn ook belangrijk voor een goede werking van de darmen. Vezelrijke producten zijn: groenten, fruit, volkorenbrood graanproducten, aardappelen, roggebrood, zilvervliesrijst, peulvruchten en volkoren pasta’s.
Eiwitten
Eiwitten hebben in het lichaam een belangrijke functie als bouwstof van alle lichaamscellen. Ze hebben echter weinig invloed op de bloedglucosewaarde. Een teveel aan eiwit kan een extra belasting zijn voor de nieren. Eiwitrijke producten zijn: vlees, vis, melkproducten, kaas, eieren en peulvruchten.
Vetten
Kies vooral producten met onverzadigde vetten. Het gebruik van voedingsmiddelen rijk aan omega 3 vetzuren zoals vette vis en noten verlagen het cholesterolgehalte.
Zout
Een te hoge zoutinname vergroot het risico op een verhoogde bloeddruk met als gevolg hartritmestoornissen. Daarom geeft de Gezondheidsraad in het kader van de Richtlijnen Goede Voeding (2006) het advies: zorg dat je niet meer dan 6 gram zout (= 2,4 gram natrium) per dag binnenkrijgt.
Zelfcontrole: wat kun je ermee?
Als er eenmaal diabetes is geconstateerd, is het van belang dat je het zelf zo goed mogelijk leert te reguleren. Vooral in de begin zal dit geen eenvoudige taak zijn. Zelfcontrole is een belangrijke factor in het stabiel houden van het glucosegehalte in het bloed. Om de bloedglucose te meten, heb je een bloedglucosemeter, een prikpen met naaldjes en teststrips nodig. Zelfcontrole is voornamelijk van belang bij diabetes type 1 gedaan.
Wat zijn goede streefwaardes?
Door vaak de bloedglucose te controleren krijg je meer grip op de diabetes en leer je hoe je lichaam reageert op verschillende situaties. Deze streefwaarde ligt tussen de 4 en de 10 mmol/l. Nuchter is 7 mmol/l de maximale waarde. Mmol/l is de maat die aangeeft hoeveel millimol glucose er per liter bloed aanwezig. Het is normaal dat de glucosewaarde gedurende de dag verandert.
Acute ontregelingen
Het kan voorkomen dat de bloedglucosewaarde niet binnen de streefwaardes blijft. De glucosewaarde raken sneller ontregeld in situaties zoals stress, zware lichamelijke inspanningen of een wisselend eetpatroon. Als gevolg hiervan krijg je een hoge (hyper) of een te lage (hypo) bloedsuikerspiegel. Dit kan een heel naar gevoel geven. Dit is een van de redenen om de glucosewaarden regelmatig te controleren.
Hypo: Bij een hypo (een te lage bloedglucosewaarde) is het glucosegehalte onder de 4 mmol/l gezakt. Het lichaam heeft te weinig glucose in het bloed om nog goed te functioneren. Meestal zijn de symptomen van een hypo heftig en goed te herkennen. De voornaamste symptomen zijn:
- Trillen
- Zweten
- Intens hongergevoel
- Wit wegtrekken
- Humeurwisselingen
- Duizeligheid/hoofdpijn
- Moeheid
Wat te doen bij een hypo?
Neem zo snel mogelijk 20 gram glucose. Na een kwartier kan de bloedglucose opnieuw gecontroleerd worden.
Hyper: Bij een hyper is de bloedglucosewaarde te hoog gestegen (boven de 10 mol/l). Er is teveel glucose in het lichaam en te weinig insuline om het naar de cellen te brengen. Vaak zijn de symptomen pas goed te voelen als de waarde flink boven de 10 mmol/l is gestegen. De belangrijkste symptomen zijn:
- Dorst
- Droge mond
- Veel plassen
- Vermoeidheid
- Concentratieverlies
Wat te doen bij een hyper?
Pas de insulinehoeveelheid aan en drink veel (suikervrije dranken). Duurt de hyper lang of is er sprake van braken, neem dan contact op met een arts.
Diabetes en de risico's op lange termijn
Wanneer diabetes lange tijd onbehandeld blijft is de kans op andere klachten en aandoeningen groter. Een voorbeeld hiervan is dat er complicaties kunnen ontstaan door beschadiging van de bloedvatwanden.
Bij diabetes type 1 worden de grootste problemen veroorzaakt door stoornissen van de kleine bloedvaten. Dit levert vooral afwijkingen op aan ogen en nieren. Bij mensen met diabetes type 2 zijn vooral de grote bloedvaten aangedaan, wat resulteert in problemen van het hart, de hersenen en de voeten.
- Hart- en vaatziekten
De verhoogde kans op hart- en vaatziekten bij diabetes berust vooral op een versterkte ontwikkeling van arteriosclerose. Het ontstaat bij diabetespatiënten over het algemeen op jongere leeftijd. - Oogproblemen
Het overgrote deel van de mensen met diabetes krijgt in meer of mindere mate te maken met oogproblemen. Oogproblemen zijn het gevolg van afwijkingen van de haarvaten van het netvlies.
- Nierafwijkingen
Nierafwijkingen ontstaan pas wanneer de nierfunctie sterk achteruit is gegaan. De klachten zijn vaak moeheid, algemene malaise, vocht vasthouden en jeuk. Een voedingsadvies voor diabetes, hart- en vaatziekten en nierlijden is geen gemakkelijke opgave en moet herhaaldelijk worden bijgesteld. De diëtist heeft in dit proces een belangrijke rol, vaak in combinatie met de behandeling door een multidisciplinair team. - Gebitsproblemen Door te hoge glucosewaarden neemt de urineproductie toe, wat leidt tot een droge mond. Door de lage speekselproductie neemt de kans op tandvleesontstekingen en de kans op cariës toe. Met het optimaliseren van bloedglucosewaarden vermindert de kans op tandvliesontstekingen.
- De diabetische voet
Met deze term doelt men op een breed scala aan voetafwijkingen van diabetes patiënten. Meestal ontstaan deze problemen als gevolg van vaatafwijkingen, zenuwafwijkingen (neuropathie) of een combinatie van beide.
Maak contact met de diëtist
Heeft u vragen of wilt u meer weten over de rol van voeding bij diabetes?
VodiService heeft een team van diëtisten die u graag verder helpen!