- Voeding en mondgezondheid
- Speeksel en voeding
- Zuuraanvallen en hoeveelheid eetmomenten
- Voeding en zwangerschap
- Voeding en mondverzorging bij kinderen
- Flesjes en spenen
- Snoepen
- Frisdranken en vruchtensappen
- Voeding en mondgezondgeid bij ziekten
- Chemotherapie en mondgezondheid
- Hart- en vaatziekten en mondgezondheid
- Diabetes mellitus en mondgezondheid
- eetstoornissen en mondgezondheid
- Voeding en mondgezondheid bij senioren
- Speekselvermindering senioren
- Mondgezondheid in verzorgings- en verpleeghuizen
- Dementie en mondgezondheid
- Voedingsadvies bij de beugel
- Probiotica en mondgezondheid
- Kauw- en slikproblemen
- Voedingsadvies bij een kaakfixatie
Voeding en mondgezondheid
VodiService presenteert alles over goede mondgezondheid en Voeding online.
Verantwoorde eet- en drinkgewoonten zijn erg belangrijk voor de mondgezondheid. Steeds meer professionals werkzaam in de mondzorg geven het advies om een vast aantal eet- en drinkmomenten per dag aan te houden. Zeven keer per dag iets te eten en te drinken: drie hoofdmaaltijden en maximaal vier tussendoortjes.
Maar hoe doe je dat dan? Wat is verstandig om te eten en te drinken als je goed voor je mond wilt zorgen?
Op deze website is veel te vinden over voeding en mondgezondheid.
Voor moeders van peuters,voor schoolgaande kinderen en pubers met een beugel, maar ook als je te maken hebt met bepaalde aandoeningen waarbij de mondgezondheid flink in het gevaar kan komen. Naast goede informatie kun je bij VodiService ook snel online advies op maat krijgen door een gespecialiseerde diëtist voor een goede mondgezondheid.
De diëtist van belang voor een goede mondgezondheid
De grote invloed van voeding en voedingsgedrag op het ontstaan van gebitsproblemen maken de diëtist de professional voor het effectief begeleiden van de cliënt bij een gezonder eetpatroon. Een gedetailleerde voedingsanamnese is onontbeerlijk, wat wordt gegeten en op welke tijdstippen. Dieet en voeding hebben een directe invloed op ons gebit. Gezonde voeding en een gezonde mond zijn belangrijk voor ons welzijn. Dat er een verband bestaat tussen voeding en gebit is bekend. Samenwerking tussen mondhygiënistes en diëtisten is aan te bevelen voor goede mondzorg en zo het groeiend probleem van tanderosie te beperken.
Speciaal mondkaartje
Naast het thema over voeding en mondgezondheid online, is een speciaal `mondkaartje` gemaakt voor de consument. Het is te vinden bij de tandarts. Zie de afbeelding hieronder. Meer weten over het kaartje of wilt u ook in het bezit komen van dit kaartje mail ons dan via info@vodiservice.nl.
Speeksel en voeding
Speeksel speelt een belangrijke rol bij het handhaven van de mondgezondheid. Een tekort aan speeksel kan veroorzaakt worden door: medicatie, hoofd-halsbestraling en/of systemische aandoening. Maar ook door langdurig en intensief sporten.
Droge mond (xerostomie) wordt veroorzaakt door een tekort aan speeksel. Meestal betreft dit een tekort aan dun waterig speeksel. Dit heeft consequenties voor het spreken, kauwen, slikken, de smaak en de passage van het voedsel. Speeksel biedt een natuurlijke bescherming tegen tandcariës, tanderosie en ontstekingen. Er zijn drie paar grote speekselklieren: de oorspeekselklier, onderkaakspeekselklier en de ondertongspeekselklier. Normaal produceren de speekselklieren 500-600 ml per dag. Bij een droge mond is de productie afgenomen tot minder dan 150 ml per dag. Een droge mond kan het gevolg zijn van radiotherapie in het hoofdhalsgebied ( waarbij de speekselklieren zelf beschadigd raken), verder komt een droge mond voor als bijwerking of symptoom van sommige vormen van chemotherapie, auto-immuunziekten ( syndroom van Sjörgen), uitdroging, niet goed ingestelde diabetes mellitus, ouderen die veel medicijnen gebruiken. Tot slot geven psychofarmaca ook klachten van drogere mond. De speekselklieren functioneren nog wel maar de productie wordt beïnvloed. Ook roken heeft een negatieve invloed op de hoeveelheid speeksel.
De vier hoofdoorzaken van langdurige monddroogte zijn:
- Bestraling van het hoofd-halsgebied
- Systemische ziekten
- Het syndroom van Sjorgren
- Medicatiegebruik
Voedingsadviezen
- Regelmatig de mond spoelen ( met kamille-of saliethee) of sprayen
- Bij blijvende beschadiging van de speekselklieren bieden kunstspeeksel en-gels soms verlichting
- Friszure voedingsmiddelen voor een mogelijke toename van dun speeksel, zoals ananas, augurk, friszure suikervrije zuurtjes.
- Bij iedere hap vast voedsel iets drinken, en door kauwen het vocht met vast voedsel mengen.
- Goed kauwen, (suikervrije kauwgom), komkommer, stukjes wortel, of zuigen op waterijs of pepermunt. Niet te snel overschakelen op vloeibare voeding, maar blijven kauwen om de speekselproductie te stimuleren.
- Vermijd zoveel mogelijk zure (sport)dranken, vruchtensappen of koolzuurhoudende dranken. Bij een tekort aan speeksel valt de beschermende laag tegen het zuur weg. En is het gebit kwetsbaarder voor tanderosie.
Zuuraanvallen en hoeveelheid eetmomenten
Een goede richtlijn voor gezonde voeding en mondzorg zijn zeven eet- en drinkmomenten per dag. Alle eet- en drinkmomenten, behalve het drinken van water, koffie en thee zonder suiker, zorgen voor een zogenoemde zuuraanval. Natuurlijk is een gebakje (door de hoeveelheid suikers) slechter voor het gebit dan brood, maar ook in brood zitten koolhydraten die omgezet kunnen worden in zuren. Veel mensen denken vaak dat alleen zoetigheid schade kan veroorzaken aan het gebit, maar ook gezonde drankjes en voedingsmiddelen kunnen schadelijk zijn indien ze vaak genuttigd worden.
Het advies is om maximaal zeven momenten op een dag aan te houden waarop het gebit een zogenoemde zuuraanval krijgt, dit kan schade aan het gebit worden voorkomen. Met zeven eet- en drinkmomenten heeft het speeksel voldoende tijd om de zuuraanval te neutraliseren.
We gaan ervan uit dat iedereen drie hoofdmaaltijden gebruikt: het ontbijt, de lunch en een avondmaaltijd. Naast deze drie eet- en drinkmomenten mag er dus nog vier keer iets tussendoor genuttigd worden. Een glas vruchtensap als tussendoortje kan als één zuuraanval worden gezien als deze binnen 10 minuten wordt opgedronken. Elke keer dat er suiker in de mond komt noemen we een zoetmoment. Wanneer iemand gulzig in één teug een glas frisdrank opdrinkt geldt dat als één zoetmoment. Neemt die persoon er ‘netjes’ elke tien minuten een slokje van tijdens een gezellig avondje stappen, dan telt een glas frisdrank ineens voor vijf of zes zoetmomenten.
Zuivelproducten hebben beschermende werking tegen cariës en tanderosie
Evenals het eiwit, calcium, fosfor en fluor in speeksel, is er een aantal voedingsmiddelen dat beschermend werkt tegen cariës en tanderosie. Als er voldoende calcium en fosfaat gebruikt wordt, bemoeilijkt dit het oplossen van deze mineralen uit de tand.
Zure melkproducten, zoals yoghurt, karnemelk zullen daarom geen tanderosie veroorzaken. De bescherming geldt vooral als het calcium en fosfaat tegelijk met de ‘aanval’ worden gebruikt. Goede mondgezondheid immers is noodzakelijk voor een adequate voedselinname en omgekeerd heeft voeding invloed op de mondgezondheid.
Op het plaatje hieronder staat aangegeven hoe zuur verschillende dranken zijn. Het advies is om producten te vermijden met een lage PH waarde
Voeding en zwangerschap
Onder invloed van hormoonschommelingen is de kans op tandvleesontstekingen groter tijdens de zwangerschap. Dit komt omdat plaque zich ophoopt op de tanden, waardoor tandvleesontstekingen kunnen ontstaan. Ook kunnen vrouwen (ochtend)misselijkheid ervaren tijdens de zwangerschap. Doordat overgeven de kans op aantasting van het tandglazuur vergroot, is het verstandig om een goede mondgezondheid na te streven zeker tijdens de zwangerschap.
Adviezen tijdens de zwangerschap:
- Wees bewust van voldoende vitaminen en mineralen om de mond én het tandvlees gezond te houden: de mond weerspiegeld ook de gezondheid. Kijk hier of voor de aanbevelingen tijdens de zwangerschap
- Beperk eetmomenten tot 7 keer per dag en blijf niet de hele dag door eten. Misselijkheid resulteert vaak in kleine beetjes eten gedurende de dag. Dit zorgt voor continue zuuraanvallen op het gebit.
- Beperk zoetigheden zoveel mogelijk. Suiker vergroot de kans op plaque en daarmee de kans op tandvleesontstekingen. Kies voor een gezond eetpatroon met tussendoortjes in de vorm van zuivel, (snack) groenten, fruit, kaas of noten
- Poets niet direct de tanden, indien er overgeven is. Kies er liever voor om de mond te spoelen met water of mondspoelwater.
- Draag zorg voor een goede mondgezondheid en let op symptomen als ontstoken, gezwollen of rood tandvlees. Dit kan aanleiding zijn om naar de tandarts te gaan voor controle.
- Vraag de mondhygienist naar eventueel aanvullend advies
Voeding en mondverzorging bij kinderen
Voor kinderen is er tegenwoordig voldoende keuze tussen allerlei verschillende dranken en lekkernijen. Vaak bevatten deze dranken en lekkernijen veel suikers. Over de gehele dag vaak suikers en zuren eten en drinken (vooral in zure frisdranken of vruchtensappen) tast het gebit aan. Daarbij is de kans op overgewicht bij het teveel nuttigen van frisdranken of vruchtensappen aanzienlijk vergroot.
Veel ouders beseffen niet dat zoete dranken voor een kindergebit net zo hard kunnen aankomen als een snoepje. Ze letten erop dat hun kind niet of weinig snoept maar geven bijvoorbeeld wel een paar keer per dag yoghurtdrank. Het eten van koekjes en toetjes wordt ook lang niet altijd herkend als zoetmoment. Naast de voeding kunnen flesjes ook een invloed hebben op het gebit van uw kind. Hier vind u meer informatie en tips over, tanden poetsen, flesjes, snoepen en het belang van voeding en mondgezondheid bij kinderen.
Flesjes en spenen
Zuigflescariës ontstaat wanneer peuters vaak en langdurig sabbelen op een zuigflesje met limonade, vruchtensap, melk- en yoghurtdranken. De suikers die hierin zitten zijn slecht voor het melkgebit. Door het langdurige sabbelen hebben de suikers namelijk meer kans gaatjes te veroorzaken. De kans op zuigflescariës is kleiner als kinderen hun limonade of vruchtensap ineens opdrinken. Als ouder kunt u dit stimuleren door uw kind zo vroeg mogelijk te laten wennen aan het drinken uit een beker. Met een maand of negen kunt u daarmee beginnen, eventueel als tussenstapje eerst met een tuitbeker. Geef tussendoor zoveel mogelijk water. ’s Nachts is een zuigfles met zoete producten af te raden. Geef hooguit een flesje met water mee naar bed. Geef uw kind na het tandenpoetsen ’s avonds niks zoets meer te eten of drinken.
Gebruik vanaf 9 maanden een beker zonder tuit in plaats van een zuigflesje of anti-lekbeker. Gebruik een tuitbeker eventueel eerst als tussenstap. ‘s Avonds en ‘s nachts is het drinken uit een zuigflesje met zoete inhoud of melk extra schadelijk. ‘s Nachts is er minder speeksel om je gebit te beschermen. Een flesje met water mee naar bed kan altijd. Vaak sabbelen aan een zuigflesje of anti-lekbeker met bijvoorbeeld vruchtensap, siroop, drinkyoghurt of andere melkproducten kan het gebit aantasten. Het gebit komt langdurig met suikers in aanraking. Hierdoor krijgt (zuigfles)cariës meer kans. Laat je kind hun zoete drankjes in één keer opdrinken. Kies vaker voor kraanwater in plaats van zoete dranken.
Zuigen is een natuurlijke, instinctmatige behoefte van een baby. Kinderen zuigen graag op hun duim of op een speen. Meestal levert dit geen problemen op voor het melkgebit. Als de blijvende snijtanden doorbreken, kan het zuigen de boventanden en de kaak naar voren duwen. Duimt je baby? Geef dan liever een dental speen. Een kind stopt zijn duim sneller en vaker in de mond. Een speen kun je namelijk makkelijk weghalen. Ook daarom is speenzuigen meestal makkelijker af te leren. Leer sowieso het duim- of speenzuigen zo vroeg mogelijk af, maar in ieder geval vóór het doorbreken van het blijvend gebit.
Snoepen
Verstandig snoepen betekent niet dat uw kind helemaal niet mag snoepen. Het betekent, dat het minder vaak zou moeten snoepen. Als u uw kind tussendoor iets geeft, is het beter om dat in één keer op te laten eten en drinken en niet verspreid over de dag. Dit voorkomt dat er teveel zuuraanvallen op een dag plaatsvinden.
Het is een goed idee om vaste ‘snoepmomenten’ in te stellen, bijvoorbeeld na schooltijd. Een kind dat daaraan gewend is, zal niet op elk ander moment snoep vragen. Belangrijk is ook dat de maaltijden voldoende verzadiging geven. Uw kind zal dan minder snel om iets lekkers vragen.
Tussendoortjes zonder of met heel weinig suiker, maar ook met weinig vet en zout, helpen bij ‘verstandig snoepen’. U kunt hierbij denken aan fruit, een boterham of cracker met niet-zoet beleg. Jonge kinderen kunt u een broodkorst, soepstengel, rijstwafel of een geschilde appel geven. Wilt u weten wat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zijn voor uw kind klik dan hier.
Tips:
• Als u tussendoortjes eet, zorg dan dat u voedingsmiddelen kiest met weinig suikers, zoals kaas, rauwe groente, zuivere yoghurt, of een stuk fruit.
• Voeg water toe aan de vruchtensappen om het zuur te verzwakken en slik dranken zo snel mogelijk door.
• Drink zo min mogelijk frisdrank (ook geen light-dranken, deze bevatten geen suikers, maar wel zuren).
• Naast ‘verantwoord snoepen’ is tandenpoetsen ook erg belangrijk voor een gezond gebit. Vraag u tandarts of mondhygiënisten voor verdere tips hoe u op de juiste manier u tanden kunt poetsen.
Frisdranken en vruchtensappen
Uit onderzoek van Foodwatch blijkt dat populaire drinkpakjes die de meeste kinderen mee school krijgen heel veel suiker bevatten. Bijna 1 op de 4 drinkpakjes bevat zelfs meer suiker dan cola, terwijl cola al heel erg zoet is met 5 (á 4 gram) suikerklontjes per glas (200 ml).
Aantal suikerklontjes per pakje van 200 ml:
– Yoghurtdrink –> 6,5
– Chocolademelk –> 6
– Dubbeldrank –> 5
– Appelsap –> 4
– Roosviceé Multivitamine –> 4
– Taksi –> 4
– Sinaasappelsap –> 3,5
– Wicky –> 3.5
– Dubbelfis –> 3.5
– Spa fruit –> 3.5
– Roosvicé 50-50 –> 3
– Taksi minder zoet –> 3
– Sisi no bubbles –> 3
– Dubbelfris minder zoet –> 2,5
– Spa en fruit light –> 1,5
– Dubbelfris light –> 1,5
Voeding en mondgezondheid bij ziekten
Chemotherapie en mondgezondheid
Van groot belang is het dat de patiënt vooraf starten van chemotherapie gezien wordt door zowel mondhygiënist en diëtist. Informatie vooraf wat men kan verwachten geeft een betere acceptatie van de klachten. Een goede mondhygiëne is vooral van belang bij toediening van cytostatica die als bijwerkingen ernstige mucositis en/of beenmergsuppressie hebben.
Voor de behandeling:
- Bezoek aan tandarts, kaakchirurg en/of mondhygiënist voor tandheelkundige screening en eliminatie van aanwezige infectiehaarden.
- Bezoek aan mondhygiëniste voor gebitsreiniging en instructie
Voedingsadviezen tijdens de behandeling:
- Gebruik van ijsschaafsel of ijswater, als dat de pijn niet vergroot
- Gebruik zachte, smeuïge of vloeibare voeding
- Neem geen scherpe gekruide gerechten (peper, sambal), citrusfruit, zure voedingsmiddelen
- Pas op met harde voedingsmiddelen die het slijmvlies kunnen beschadigen zoals noten, hard fruit, hardgebakken gerechten
- Gebruik evt. een kort afgeknipt rietje. Zuigen kost dan minder moeite en het contact van voeding met de slijmvliezen is beperkter
Bijwerking van een behandeling met chemo-en/of radiotherapie
Als bijwerking van een behandeling met chemo-en/of radiotherapie kan een droge en/-of pijnlijke mond ontstaan. Door de reactie van de slijmvliezen kunnen snel andere l klachten kunnen ontstaan.
Klachten van een droge-of pijnlijke mond, hinderlijke slijmvorming, tandvleesontsteking, smaakverandering of smaakverlies gaan altijd gepaard met een verminderde inname van voeding.
Mucositis
Mucositis ( een ontsteking van de slijmvliezen van het gehele maag-darmkanaal) komt veel voor als bijwerking van chemo-en radiotherapie. Ontsteking van het slijmvlies van mond of keel treedt op in de 2e of 3e week van de bestraling en kan tijdens de bestraling niet herstellen. Het gaat gepaard met ernstige pijn bij het eten en slikken. Mondzorg met een wekelijks bezoek aan de mondhygiënist is een noodzaak.
Vooral bij radiotherapie in het hoofd halsgebied is het belangrijk al voor de aanvang van de bestraling veel aandacht aan goede mondverzorging te besteden:
Voor aanvang van de bestraling:
- Bezoek aan tandarts of kaakchirurg voor tandheelkundige screening en verwijderen van aanwezige infectiehaarden.
- Bezoek aan mondhygiënist voor behandeling en instructie.
Een verminderde voedselinname leidt tot onbedoeld gewichtsverlies. Onbedoeld gewichtsverlies is de graadmeter van ondervoeding. En dit leidt onherroepelijk tot een verminderde kwaliteit van leven. Soms is het zelfs noodzakelijk om behandelingen niet door te laten gaan of uitstellen.
De mondhygiënist is de aangewezen persoon voor het verkrijgen/behouden van een goede mondhygiëne. De diëtist moet zorg dragen voor adviezen over voeding die mondklachten kan verlichten. Samenwerking tussen beide disciplines kan voor deze groep mensen zinvol zijn. Juist zonder pijn te kunnen eten is uitermate belangrijk juist in deze situatie
Hart-en vaatziekten en mondgezondheid
Hartfalen neemt sterk toe met de leeftijd. Een oorzaak van hartfalen is vaak een ongezonde leefstijl. Overgewicht, verhoogde bloeddruk en diabetes mellitus komen veel voor als een multimorbititeit. Door benauwdheid en vermoeidheid beweegt men vaak te weinig en daardoor ontstaat overgewicht.
Vaak zijn de gebitten niet goed onderhouden en een goede gebitsverzorging is geen prioriteit. Zo is naast hartfalen ook vaak een tandvleesontsteking aanwezig die weer van invloed is op andere organen. Ook de medicatie die gebruikt wordt voor het hartfalen heeft een negatieve invloed op het gebit. Bezoek regelmatig de mondhygienist en tandarts voor adviezen voor mondhygiëne.
Ook als u een gebitsprothese heeft. Niet voor niets worden patiënten( voor een hartoperatie) doorgestuurd naar de mondhygiënist en tandarts voor tandheelkundige screening en verwijderen van aanwezige infectiehaarden en gebitsreiniging.
Voedingsadviezen:
- Naast de gebruikelijke voorgeschreven adviezen van zoutbeperking, energiebeperking nu extra aandacht voor goede mondhygiëne.
- Schakel niet onnodig over op een zachte of vloeibare voeding
- Kauwen is een mechanische prikkel voor de speekselklier
- Gebruik volkorenprodukten
- Gebruik veel groente en fruit
- Gebruik drie hoofdmaaltijden en 4 tussendoortjes
- Vermijd zoete tussendoortjes
- Vermijd (gezoet) frisdrank
Diabetes mellitus en mondgezondheid
Bij tandvleesontsteking is een diabetespatiënt moeilijk instelbaar. Bij hoge glucosewaarden neemt de urineproductie toe, wat leidt tot een droge mond. Een diabetespatiënt heeft vaak een droge mond door minder speeksel daardoor meer kans op tandvleesontstekingen en de kans op cariës neemt toe. Met het optimaliseren van bloedglucosewaarden vermindert de kans op tandvliesontatekingen.En met het behandelen en elimineren van tandvleesontstekingen wordt de bloedglucosewaarde beter instelbaar. De mondhygiënist is de aangewezen persoon voor het verkrijgen/behouden van een goede mondhygiëne die de mondklachten kan verlichten. De diëtist moet zorg dragen voor adviezen over voeding en zorgen voor goede bloedglucosewaarden.
Voedingsadviezen:
- Naast de gebruikelijke voorgeschreven adviezen extra adviezen voor mondhygiëne
- Gebruik volkorenproducten
- Kauwen is een mechanische prikkel voor de speekselklier waardoor meer speeksel wordt gevormd
- Gebruik veel groente en fruit
- Vermijd zoete tussendoortjes
- Vermijd sportdranken (sportdranken zijn vooral erosief wanneer tijdens het sporten telkens een slokje in een droge mond wordt genomen)
- Vermijd light frisdranken deze bevatten geen suiker, maar zijn even erosief als gewone frisdranken.
Eetstoornissen en mondgezondheid
De bekendste eetstoornis is anorexia nervosa. Deze stoornis wordt gekenmerkt door een te laag gewicht en een intense angst om in gewicht toe te nemen of dik te worden. Door veelvuldig braken krijgt de patiënt door de reflux ernstige slokdarmklachten. De diëtist moet de cliënt doorsturen naar de mondhygiënist om het ersosieve proces van tanderosie te stoppen. Er is een onderscheid in het beperkende type( geen of zeer weinig voedsel) en het purgerende type ( eetbuien en daarnaast weinig eten, braken, laxeren of diuretica gebruiken). Bij de eetstoornis boulimia nervosa is door het veelvuldig braken het glazuur van de tanden ernstig en blijvend aangetast. De mondhygiënist is de aangewezen persoon voor het verkrijgen/behouden van een goede mondhygiëne die mondklachten kan verlichten. De diëtist moet zorg dragen voor adviezen over een verantwoorde voeding. Zodat ondervoeding en tekorten aan vitamines en mineralen zoveel mogelijk worden beperkt. Dit lukt bijna nooit zonder hulp van psychologen.
Door veelvuldig overgeven en een tekort aan energie, mineralen en vitamines is het resultaat:
- Resultaat slecht gebit ( tekort aan vitamine D en calcium).
- Door het veelvuldig overgeven is het tandglazuur blijvend aangetast.
- Adviseer te stoppen met roken.
Voeding en mondgezondheid bij senioren
Speekselvermindering senioren
Wat is een droge mond of xerostomie?
De normale gemiddelde dagelijkse speekselproductie ligt tussen de 500-1000 ml per dag. Wanneer te weinig speeksel geproduceerd wordt dan spreekt men van monddroogte of hyposialie (hypo= te weinig, sialie=speeksel), wanneer iemand een droog gevoel in de mond heeft, heet dit xerostomie.
Monddroogte is geen opzichzelfstaande ziekte maar een vervelende aandoening met diverse oorzaken. Monddroogte of xerostomie kan een effect hebben op iemands mondgezondheid, voedingspatroon, kwaliteit van leven en zelfs psychische klachten veroorzaken.
Symptomen en klachten bij een droge mond
Omdat speeksel een belangrijke rol speelt in de mond, zullen bij een tekort vele diverse problemen kunnen ontstaan. Mensen met een droge mond hebben vaak problemen met praten, slikken, smaak en het dragen van een gebitsprothese. Daarnaast kunnen de tong en het mondslijmvlies geïrriteerd raken, waarbij naast verandering van het uiterlijk van het slijmvlies ook soms een brandend of schurend gevoel kan ontstaan. Mensen met monddroogte zijn gevoeliger voor het ontstaan van tandbederf ontstekingen in de mond. Naast tandheelkundige problemen zijn er ook andere factoren waar problemen kunnen ontstaan.
Tandheelkundige problemen
- snellere ontwikkeling van gaatjes (tandbederf)
- grotere kans op ontstoken, bloedend tandvlees (gingivitis&parodontitis)
- snellere ophoping van tandplak en voedselresten
- gescheurde mondhoeken
- grotere kans op schimmelinfecties (candidose)
- randerig gevoel in de mond
- ruwe en branderige tong
- slechte adem (halitose)
- onaangename smaak in de mond
- verminderde / geen houvast van prothese(s)
Voedingsproblemen
- zin in eten neemt af
- smaak van voedsel vervlakt
- moeite met eten, slikken
- veel voedselresten blijven achter in de mond
Spreken
- moeite met spreken
- smakkende geluiden
- klevende tong
Onderbroken slaap
- ontwaken door dorstsensatie
- frequent toiletbezoek door nachtelijk drinken
- toename van de klacht door mondademhaling tijdens de slaap
Tips bij een droge mond
- Probeer de hoeveelheid speeksel te stimuleren door te kauwen op suikervrije kauwgom of stevig suikervrij voedsel zoals rauwkost
- Probeer het aantal zoetmomenten per dag zoveel mogelijk te beperken. Uw gebit is bij een droge mond kwetsbaarder.
- Gebruik niet teveel cafeïne houdende producten en alcoholische dranken. Deze verminderen de hoeveelheid speeksel en kunnen het droogtegevoel versterken.
- Vermijd zoveel mogelijk zure (sport)dranken, vruchtensappen of frisdranken. Bij een tekort aan speeksel is de bescherming weg waardoor het gebit kwetsbaarder kan zijn voor tanderosie. Door met een rietje te drinken komt de zure drank zo min mogelijk in de mond.
- Gebruik milde, niet schuimende tandpasta’s. Dit zijn tandpasta’s zonder Sodium Lauryl Sulphate Sulfate (SLS), een voorbeeld hiervan is Zendium.
- Een speekselvervangend middel als Biotene Oral Balance, Saliva Orthana of Xialine kan gebruikt worden. Met name bij een zeer droge mond waarbij geen speeksel meer gestimuleerd kan worden, kunnen deze producten (een tijdelijke) verlichting geven. Voor het slapen en in de nacht kan een mondgel (Biotene of Multi Oral gel) gebruikt worden omdat deze beter blijft kleven in de mond en tijdens de slaap de speekselvloed het laagst is.
- Droge lippen kunnen verzacht worden met vaseline, purol, uierzalf of lippenbalsem op olie basis. Gewone lippenbalsem droogt de lippen uit en kan beter niet gebruikt worden.
- Verhoog de vochtigheid in huis en met name in uw slaapkamer, bijv middels een luchtbevochtiger.
- Als er door de droge mond eerder gaatjes ontstaan, dan is gebruik van een neutrale fluoridespoeling zonder alcohol raadzaam.
- Verzorg uw mond goed, poets tweemaal daags met een fluoride houdende tandpasta en floss of tandenstoker uw gebit dagelijks
Steeds meer mensen hebben op gevorderde leeftijd nog eigen tanden en kiezen. Dit is een gunstige ontwikkeling.
Was het in het verleden een uitzondering, dat senioren boven de 80 jaar nog eigen tanden en kiezen hadden, nu is het heel gewoon. De hoofdreden hiervoor is het regelmatig bezoek aan de tandarts en de toepassing van nieuwe technieken bij de behandeling ( frames, implantaten). Deze nieuwe technieken vragen bijzondere aandacht bij het schoonhouden van de mond.
Een groot voordeel is dat men met eigen tanden en kiezen beter kan kauwen dan met een gebitsprothese en dat men meer van de smaak van het eten kan genieten.
Bij het ouder worden komen een aantal aandoeningen vaker voor zoals: diabetes mellitus type 2, hart-en-vaatziekten en kanker. Bovendien neemt de speekselhoeveelheid af. Daarom is het aan te raden om zeker twee maal per jaar een bezoek te brengen aan de tandarts/en mondhygiënist
Dementie en mondgezondheid
Mensen met dementie hebben hulp nodig bij het poetsen van de tanden en schoonmaken van de mond. Het gaat niet alleen om het poetsen van de tanden, kiezen en kunstgebit, maar om de hele mondreiniging. Voor een deel krijgen demente mensen te vroeg een vloeibare voeding aangeboden. Vaak omdat een vloeibare voeding gemakkelijker wordt gegeten dan een voeding die uit vaste bestanddelen bestaat.
Nadeel van vloeibare voeding is dat de tanden en kiezen nauwelijks worden gebruikt omdat er niet of nauwelijks gekauwd wordt, waardoor er weer minder speeksel wordt gevormd, met als resultaat droge mond. Veel mensen met dementie hebben ongewenst gewichtsverlies en drinken te weinig. Hun honger-en dorstgevoel is vaak afwezig.
Voedingsadviezen:
- Zorg voor voldoende vocht
- Zorg voor passend bestek, zodat het geen pijn doet
- Probeer zo lang mogelijk vast voedsel, zodat er goed gekauwd moet worden
- Neem de tijd voor de maaltijden
- Serveer “herkenbare” maaltijden
- Poets na het eten de tanden
- Reinig een eventuele gebitsprothese
- Spoel de mond goed schoon met lauw water.
Voedingsadvies bij de beugel
Voedingsadvies bij de beugel
Een beugel dragen is geen pretje! Gelukkig zie je na een korte periode al snel resultaat. Vaak heb je een beugel zo’n 1 tot 2 jaar, maar heb je er daarna wel een ontzettend mooi gebit.
Het krijgen van een beugel kan (tijdelijke) problemen met eten en drinken veroorzaken. Ook het tussentijds verstellen van de beugel kan ervoor zorgen dat er minder goed kan worden gekauwd en er pijn is aan het gebit. Daarnaast rijst soms de vraag welke voeding nu het beste genuttigd kan worden bij een beugel.
Algemene voedingsadviezen bij een beugel:
- Zorg tijdelijk voor vloeibare – en zachte voeding indien de beugel net geplaatst is. Kijk voor adviezen bij Kauw- en slikproblemen klik hier!
- Kies voor 3 grote hoofdmaaltijden en 3 tussendoortjes op een dag
- Beperk de inname van frisdrank en vruchtensappen zoveel mogelijk met een maximum van 1 glas per dag.
- Vermijd zoveel mogelijk voeding die blijft kleven aan de tanden, zoals ontbijtkoek, toffees, spekjes en dropjes
- Noten en pinda’s zijn hard, dus eet dit liever niet
Probiotica en mondgezondheid
Probiotica zijn levende kleine organismen oftewel gunstige bacteriën. Als men probiotica in voldoende hoeveelheden inneemt dan heeft dit een positief effect op de gezondheid. Probiotica hebben de laatste jaren als middel ter verbetering van darmklachten, de stoelgang en het immuunsysteem een duidelijke plaats gekregen. Net als in de darm leven in de mondholte vele, en veel verschillende soorten bacteriën. Verstoring van deze “samenleving” heeft een effect op de (mond)gezondheid.
Het is bewezen dat het gebruik van probiotica voor de darmen een positief effect kunnen hebben op de algehele gezondheid. Er zijn daarnaast verschillende studies geweest die ook een positief effect hebben gemeten op de mondgezondheid. De allereerste studie waarbij gekeken werd naar de verbetering van mondgezondheid met probiotica richtte zich op de effecten op tandvleesontstekingen. Lokale behandeling met bacteriestammen L. acidophilus bij tandvleesontstekingen leverde een verbeteringen op voor bijna alle behandelde patiënten.
Voor nog meer duidelijkheid over meer mogelijke positieve effecten van probiotica op de mondgezondheid is er echter meer wetenschappelijk bewijs nodig. Maar het gebruik van probiotica heeft voor een grote groep zijn werking bewezen en kan in elk geval geen kwaad!
Kauw- en slikproblemen
Door tandheelkundige ingrepen en door ongelukken zoals vallen met de fiets kunnen kauw- en slikproblemen ontstaan. Eten en drinken kan hierdoor bemoeilijkt worden. Het plezier in eten en drinken kan daardoor ook afnemen. Hiermee loopt u kans om te weinig energie en voedingsstoffen binnen te krijgen. ( zie informatie vaan kaakfixatie)
Algemene tips:
- Richt al uw aandacht op de voeding, wanneer u eet of drinkt. De kans op verslikken wordt hierdoor minder
- Neem kleine hapjes eten of kleine slokjes drinken
Raadpleeg een diëtiste indien u aanhoudende problemen ervaart met eten en drinken ondanks het opvolgen van de adviezen. Ook verlies van het lichaamsgewicht door de verminderde inname van eten en drinken zijn redenen om een diëtiste te raadplegen. De diëtiste zal u helpen voor een volwaardige en smakelijke voeding.
Algemene voedingsadviezen bij kauw- en slikproblemen:
- Kies voor vloeibaar voedsel. Vervang broodmaaltijden door (havermout) pap, vla, drinkyoghurt of smoothies
- Snijd voedsel in hele kleine stukjes of pureer het met een staafmixer of in de blender
- Gebruik thee, koffie, bouillon, zuivel of vruchtensappen om brood, koekjes, crackers of beschuit in de dopen
- Kies voor gehakt, ragout, tartaar of visfilet. Dit zijn zachte soorten vlees die gemakkelijk te kauwen zijn
- Kies voor brood zonder pitten, zaden of korsten. Beleg met smeerbaar beleg zoals paté, smeerkaas of appelstroop.
- Gebruik zachte soorten fruit: zoals banaan, aardbei, mango, meloen of nectarine
- Gebruik alleen gekookte groenten en geen rauwkost. Bloemkool, broccoli, courgette, worteltjes, bietjes, spinazie zijn zachte soorten groenten die het minste last veroorzaken.
- Zorg er voor dat de groente wel herkenbaar is. Gebruik voor de warme maaltijd een bord met vakverdeling.
Voedingsadvies bij een kaakfixatie
Een kaakfixatie is een vervelende ervaring. Bij een kaakfixatie zijn beide kaken aan elkaar gezet met ijzerdraad, waardoor eten en drinken sterk bemoeilijkt wordt. In deze situatie wordt vloeibaar eten aanbevolen.
Op deze website worden algemene voedingsadviezen gegeven bij kaakfixatie:
- Kies zoveel mogelijk voor vloeibare voeding als ontbijt. Denk aan Brinta, drinkontbijt of een smoothie met zure zuivel (yoghurt of karnemelk) en zacht fruit
- Tussendoor kiezen voor vocht naar keuze: bouillon, vruchten- of groentesap, limonade, thee, koffie. Zorg voor 1.5 tot 2 liter vocht per dag
- Vloeibare tussendoortjes kunnen zijn: zelfgemaakte milkshakes, schaaltje appel- of vruchtenmoes, drinkontbijt
- Sommige patiënten krijgen te maken met hinderlijke slijmvorming. . Het is raadzaam om te kiezen voor zure zuivelproducten, zoals karnemelk, yoghurt en kwark. Zure producten geven minder slijmvorming dan de reguliere melkproducten.
- Kies voor een warme maaltijd met zachte producten:
– Een gezeefde of gepureerde soep als voorgerecht
– Vlees/ vis: tartaar, gehakt, ragout en diepvriesvis zonder graten
– Zachte groenten: bijvoorbeeld bloemkool, broccoli, courgette, spinazie, worteltjes.-Zacht gekookte aardappelen of pasta’s. Ter vervanging kunnen ook peulvruchten zacht worden gekookt
Na koken of stomen, de producten fijnmalen met een blender of staafmixer. Eventueel kan een beetje jus of appelmoes toegevoegd worden aan de gepureerde maaltijd.
- De voeding energierijker maken kan door toevoegen van scheutje slagroom, kookroom of crème fraiche aan pap, soep, vla of saus.
- Door suiker of honing toe te voegen aan pap, drinken en vla, maakt u de voeding ook energierijker.
Heeft u vragen over de energie-inname van uw voeding? Of heeft u een sterk verminderde eetlust of neemt uw gewicht af? Raadpleeg dan een diëtist om een voedingsadvies op maat te maken.
Let op!!!: Alle vloeibare voeding bevat te weinig energie. Onbedoeld gewichtsverlies goed in de gaten houden om de kans op ondervoeding te verkleinen. Klik hier voor meer informatie over ondervoeding.