Er zijn verschillende factoren die het risico op osteoporose en het proces van osteoporose kunnen versnellen: de overgang, leeftijd, ziekten en medicijnen hebben hier invloed op.
Vrouwen na de overgang: Vrouwen verliezen in de eerste jaren na de overgang sneller botmassa. Dit versnelde verlies aan botmassa komt doordat de eierstokken na de laatste menstruatie stoppen met de aanmaak van oestrogeen. Er bestaat daardoor een grotere kans op osteoporose en dus op fracturen.
Ouderen boven de 50 jaar: Heupfracturen behoren tot de meest voorkomende letsels bij oudere mensen. Per jaar worden in het ziekenhuis 15.000 senioren opgenomen als gevolg van een heupfractuur. Van hen is driekwart vrouw. Bij patiënten met osteoporose of met een bestaande wervelfractuur wordt een medicamenteuze behandeling aangeraden in de vorm van calciuminname van 1200 mg per dag en suppletie van vitamine D3 (cholecalciferol) 400-800 IE/dag.
Ziekten: Bij een aantal ziekten neemt de kans op osteoporose toe. Osteoporose veroorzaakt door een andere aandoening, wordt secundaire osteoporose genoemd. De meest bekende ziekten die aanleiding geven tot osteoporose zijn: diabetes mellitus, COPD (een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem), reumatische aandoeningen en chronische darmaandoeningen (met verliezen van vet, calcium en vitamine D).