Problemen bij het ouder worden

Op deze pagina vindt u informatie over veranderingen in het lichaam, diabetes, hart- en vaatziekten, beroertes en darmproblemen zoals verstopping en diarree. 

Verandering van lichaamssamenstelling

Bij het ouder worden treden er een aantal veranderingen op:

  1. De hoeveelheid spiermassa daalt.
  2. De gewrichten worden minder soepel, waardoor de bewegingsvrijheid vermindert.
  3. Het cardiovasculaire vermogen (de kracht van hart, vaten en ademhaling) daalt, waardoor een hogere hartslag optreedt.
  4. Door verminderde spiermassa en lagere lichamelijke activiteit kan gemakkelijk een toename van het vetweefsel optreden; bij overgewicht wordt bovendien het hart zwaarder belast.

Vermindering van spiermassa:
Ouder worden wordt gekenmerkt door een stapsgewijze vermindering van de spiermassa. Men wordt trager in zijn of haar bewegingen en krijgt problemen bij het tillen van zwaardere voorwerpen

Minder soepele gewrichten:
Gewrichten worden bij het ouder worden minder soepel. Dit komt door de verkalking van het gewricht en door een vermindering van de elasticiteit van pezen en spiervezels.

Verminderd cardiovasculair vermogen:
Het prestatievermogen van hart en longen wordt minder. Dit komt onder andere door afzetting van cholesterol op de bloedvatwanden treden vernauwingen op bij hart- en bloedvaten en worden de vaten slechter.

Overige veranderingen:
Niet alleen op ‘prestatiegebied’ treden veranderingen op, ook in de functie van het maag-darmkanaal en in de functies van andere organen. Daarnaast treden er veranderingen op in de hormoonhuishouding. Functies die direct met eten te maken hebben zoals het reuk- en smaakvermogen veranderen ook

Aanpassing aan lichamelijke veranderingen:
Door de spieren regelmatig te oefenen kan men de spierkracht in stand houden en zelfs nog verbeteren. Met speciale gymnastiek, zwemmen, wandelen, fietsen of andere activiteiten die binnen de mogelijkheden liggen kan niet jong genoeg worden begonnen.

Wat gebeurt er hormonaal?
Vrouwen verliezen de eerste jaren na de overgang meer botmassa dan daarvoor: bij sommige vrouwen gaat dat proces erg snel. Dit versnelde proces wordt ook wel osteoporose genoemd. Het verlies van botmassa bij vrouwen in de menopauze komt doordat de eierstokken na de laatste menstruatie stoppen met de aanmaak van oestrogeen, het vrouwelijke geslachtshormoon dat een beschermende werking heeft voor het skelet.

Ook de mannen ontkomen bij het ouder worden niet aan hormonale veranderingen, maar dit gebeurt veel langzamer dan bij vrouwen. Het advies om verlies van botmassa tegen te gaan is om voldoende te bewegen, een gevarieerde voeding met voldoende calcium en een ruime hoeveelheid vitamine D en zonlicht.

Gezondheidsproblemen

Vijftigers en zestigers hebben gelukkig nog heel wat jaren te gaan en het liefst in goede gezondheid. Toch worden senioren vaker geconfronteerd met gezondheidsproblemen. Om meer te weten te komen over de invloed van goede voeding op de meest voorkomende aandoeningen bij het ouder worden, treft u op deze pagina de belangrijkste gezondheidsproblemen aan: diabetes, verhoogde bloeddruk, hart- en vaatziekten en beroertes. Ouderen boven de 70 jaar vertegenwoordigen ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking: het grootste deel van hen woont zelfstandig. Een op de vijf ouderen heeft ernstig overgewicht. Kanker is een ziekte die vooral op oudere leeftijd voorkomt. Van alle kankerpatiënten is 40% ouder dan 70 jaar. Veel ouderen hebben naast kanker een of meer chronische aandoeningen. Dit wordt multi- of comorbiditeit genoemd. Diabetes Mellitus  Diabetes is een chronische aandoening. Diabetes is helaas niet te genezen, maar wel goed te behandelen. Er zijn twee typen diabetes.
  • Bij Diabetes Mellitus type 1 produceert de alvleesklier geen insuline. Dit type diabetes begint meestal op jonge leeftijd. Deze diabeet heeft altijd insuline nodig.
  • Bij Diabetes Mellitus type 2 produceert de alvleesklier nog wel insuline, maar te weinig; dit in combinatie met een verminderde gevoeligheid voor insuline. Bij de behandeling kan vaak in het begin worden volstaan met een dieet of tabletten; steeds vaker wordt ook insuline gegeven. Diabetes type 2 gaat vaak gepaard met overgewicht. Als gevolg van overgewicht kunnen zich allerlei (gezondheids) problemen voordoen die op termijn tot flinke schade kunnen leiden. Het is dus zaak om overgewicht zoveel mogelijk te voorkomen of, als het er al is, proberen terug te dringen.
Heeft de ziekte zich eenmaal geopenbaard, dan heeft een gezonde leefstijl een gunstig effect op het verloop ervan. Naar schatting komen er in ons land per jaar 60.000 nieuwe diabeten bij. Verwacht wordt dat door de toenemende vergrijzing en de toenemende welvaart (vooral voeding en overgewicht) het aantal diabeten in Nederland zal stijgen naar 1.000.000. Een gezonde voeding en voldoende beweging verlagen de kans op het ontstaan van diabetes mellitus type 2, maar ook mensen, bij wie zich de ziekte heeft ontwikkeld, hebben baat bij een gezonde leefstijl. Wanneer de gevolgen wel merkbaar zijn zoals: dorst, jeuk, achteruitgang van het gezichtsvermogen gaat men naar de huisarts. Hoe eerder de diagnose is gesteld, hoe sneller de behandeling kan plaatsvinden. Het voornaamste doel van diabeteszorg is de verbetering van de kwaliteit van leven. Goede diabeteszorg betekent in de eerste plaats behandeling van mensen met diabetes, met als doel, een zo normaal mogelijke bloedglucosespiegel en een normale hoeveelheid vet in het bloed te krijgen en te handhaven. Erfelijke factoren zijn niet te beïnvloeden. Anderen wel, zoals het lichaamsgewicht, de voeding en de lichaamsbeweging. Al langer is bekend dat een mediterraan dieet (rijk aan groenten en fruit) bescherming biedt tegen hart- en vaatziekten. Nieuw Spaans onderzoek heeft aangetoond dat het mogelijk ook bescherming biedt tegen diabetes. Gewichtsverlies van enkele kilo’s kan al leiden tot een belangrijke verbetering. Voor een goed resultaat om af te vallen is vermindering van eten en meer beweging nodig. Advies:
  • Houd het gewicht stabiel.
  • Gewichtsreductie bij overgewicht.
  • Kies voor plantaardige vetten i.p.v. dierlijke vetten.
  • Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging.
  • Zorg voor een gevarieerde voeding.
  • Gebruik dagelijks ruim voldoende groente en fruit.
  • Eet regelmatig vette vis.
  • Beperk de inname van keukenzout.
  • Wees matig met alcohol.

Verhoogde bloeddruk
Voeding en leefstijl hebben veel invloed op onze bloeddruk. Overgewicht, weinig lichaamsbeweging, veel zout, weinig groente en fruit zijn belangrijke factoren voor de stijging ervan. In principe kan iedereen een hoge bloeddruk krijgen, al lijkt het in bepaalde families meer voor te komen dan bij andere. Erfelijke aanleg speelt dan ook een rol. Naarmate mensen ouder worden, neemt de kans op hoge bloeddruk toe. Hoge bloeddruk is geen ziekte maar een risicofactor. Maar het vreemde is dat verhoogde bloeddruk bij gezonde ouderen juist levensverlengend werkt. Dit geldt alleen voor gezonde ouderen die geen last hebben van hart-en vaatziekten. Van een te hoge bloeddruk merk je meestal niets. Wel is uit onderzoek duidelijk geworden dat leef- en eetgewoonten er invloed op uitoefenen. Mensen die te zwaar zijn, weinig lichaamsbeweging hebben, roken, te veel alcohol gebruiken en veel stress ondervinden hebben meer kans op een verhoogde bloeddruk.

Bij overgewicht is afvallen van groot belang om de bloeddruk te laten dalen. Een daling van 1 kg lichaamsgewicht heeft al resultaat: 5 tot 10 kg gewichtsverlies betekent al een aanzienlijke daling van de bloeddruk. Door minder zout te eten, gaat de bloeddruk meestal omlaag; dit is niet bij iedereen het geval. Zout zit in vrijwel al onze voedingsmiddelen, van nature of door de fabrikant toegevoegd.

Tips voor matiging zoutgebruik:

  • Kies producten met minder zout
  • Voeg weinig of geen zout toe te bij de bereiding van maaltijden
  • Breng het eten op smaak met kruiden en specerijen
  • Vermijd producten die van zichzelf al erg zout zijn
  • Gebruik verse voedingsmiddelen: ze bevatten van nature weinig zout.
  • In een grote Amerikaanse studie is aangetoond dat een voeding met veel groente en fruit en vetarme zuivelproducten de bloeddruk aanzienlijk doet dalen. Meer bewegen heeft eveneens een gunstig effect op de bloeddruk.

Hart- en vaatziekten
Gezond en vitaal oud worden, dat wil iedereen graag. Lichamelijk actief blijven en gezond eten helpen daarbij. In ons land zijn hart- en vaatziekten doodsoorzaak nummer twee. Roken, voeding en beweging zijn belangrijke risicofactoren, maar ook stress heeft invloed op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Wil men hart- en vaatziekten terugdringen dan is het goed de eetgewoonten te verbeteren en lichamelijk actief te worden of te blijven. Het is niet eenvoudig om eetgewoonten en levensstijl te veranderen, maar het is de moeite waard.

Kies het juiste vet
Het kiezen van de juiste soort vet is belangrijker dan het verlagen van de totale hoeveelheid vet die in het eten zit. Onverzadigd vet in plaats van verzadigd vet. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed. Dat is ongunstig. Verzadigd vet komt voor in volvette melk, roomboter, margarine, kaas, vet vlees, gebak en snacks. Onverzadigd vet verlaagt het cholesterolgehalte in het bloed.

Wat is cholesterol?
Cholesterol is een witte, vetachtige stof die door het lichaam wordt gemaakt en komt voor in vetrijke dierlijke voedingsmiddelen, in het bijzonder in schaal- en schelpdieren, eieren en lever (of in producten die hiervan zijn gemaakt, zoals paté). Naarmate mensen ouder worden, neemt de kans op verhoogd cholesterolgehalte in het bloed toe. Verhoogd cholesterol is geen ziekte maar een risicofactor.

Omega-3-vetzuren
Omega-3-vetzuren zijn essentieel voor de gezondheid. Deze vetzuren kan het lichaam nauwelijks zelf aanmaken, maar zijn wel voor een gezond functioneren noodzakelijk. Ze komen in hoge concentraties voor in visoliën en worden daarom wel visolievetzuren genoemd. Mensen die regelmatig vette vis eten (zoals haring, makreel, zalm en sardines) blijken minder last van hart- en vaatziekten te hebben.

Advies:

  • Niet roken.
  • Vervang verzadigde vetten door onverzadigde vetten.
  • Wees matig met keukenzout.
  • Bij overgewicht afvallen.
  • Zet (vette) vis zeker 2 keer per week op het menu.
  • Verhoog de inname van groente en fruit.
  • Zorg voor voldoende beweging.

Beroerte (CVA= Cerebro Vasculair Accident)

Elk jaar worden in ons land ongeveer 36.000 mensen voor de eerste keer getroffen door een beroerte. Bij 30.000 van hen gaat het om een herseninfarct, bij 6.000 om een hersenbloeding. Door een beroerte ontstaan bij 41% van hen belemmeringen in de dagelijkse activiteiten. Als gevolg van de beroerte zijn er doorgaans ingrijpende gevolgen voor de kwaliteit van leven voor de getroffene en zijn omgeving. Risicofactoren voor een CVA zijn leefstijl en medische factoren (verhoogd cholesterolgehalte en te hoge bloeddruk). Problemen bij kauwen en slikken komen veel voor bij mensen die een CVA hebben gehad maar ook het verlies van reuk komt voor. De logopedist is in staat om de slikfunctie te beoordelen. Op aantrekkelijke wijze een volwaardige dik vloeibare voeding aanbieden is moeilijk. Het oogt niet, is vaak niet herkenbaar, en veel lijkt op hetzelfde. Bovendien bevat deze voeding in veel gevallen te weinig energie, vitamines en mineralen.

Veel mensen die een CVA hebben gehad krijgen te weinig vocht binnen. Zeker als er sprake is van koorts, diarree en braken. Een goede maat voor voldoende vocht is tenminste 1700 ml (en een lichte kleur van de urine). Een juiste zithouding is ook van groot belang tijdens de maaltijden. Belangrijk is dat beide ellebogen goed ondersteund worden. Het eten en drinken blijft vaak een tijdrovende en vermoeiende bezigheid. In de eerste plaats voor de patiënt maar ook voor de hulpverlener. Het is echter wel de moeite waard om hiervoor de tijd te nemen. Ook na een CVA is het belangrijk te letten op meervoudige onverzadigde vetzuren met weinig vet en weinig zout. Dit om een tweede beroerte te voorkomen.

Advies:

  • Probeer de maaltijden smakelijk te maken
  • Zorg voor ‘maaltijden met kleur’
  • Zorg voor een aantrekkelijke omgeving
  • Gebruik plantaardige vetten voor het brood en voor de bereiding van de maaltijden
  • Neem de tijd voor de maaltijden
  • Zorg voor voldoende variatie
  • Zorg voor verrassingen, zoals een lekker puddinkje of gebakje

Darmproblemen

Bij het ouder worden treedt een gering functieverlies op van het spijsverteringskanaal. Veel mensen hebben vaker last van een vol gevoel in de maag. Een aantal personen heeft last van verstopping

Samenstelling van de darmflora verandert ook bij het ouder worden. De opname van sommige voedingsstoffen verloopt minder goed. Bij veel ouderen wordt een afname gezien van de hoeveelheid maagzuur. Hierdoor kan de opname van calcium, vitamine B12 en foliumzuur (vitamine B11) aanzienlijk minder worden. Een ander probleem dat te maken kan hebben met de veranderende darmfunctie is diarree.

Verstopping
Verstopping (obstipatie) is een ophoping van ontlasting in de dikke darm als gevolg van een vertraagde stoelgang. Door voldoende vocht en vezels te gebruiken en te zorgen voor meer lichaamsbeweging kan verstopping voor een groot deel worden verholpen. Ook producten met probiotica hebben een positieve invloed op de stoelgang. Een probiotisch voedingsmiddel (zie functionele voedingsmiddelen) kan zonder bezwaar door iedereen gebruikt worden. Vooral mensen die vaak last hebben van diarree of van verstopping of die regelmatig antibiotica moeten gebruiken, zullen er baat bij hebben. Raadpleeg altijd de huisarts wanneer er bloed bij de ontlasting is. 

Advies:

  • Drink veel vocht: minstens 2 liter drinkvocht per dag
  • Maak ruim gebruik van voedingsvezels: tenminste 20 gram – 30 gram per dag
  • Eet regelmatig en sla vooral het ontbijt niet over
  • Zorg voor voldoende beweging
  • Gebruik een product met probiotica

Diarree
Diarree is geen ziekte; het is een klacht, een symptoom. Het kan optreden als gevolg van een infectie of als gevolg van een chronische ziekte. Acute diarree is meestal een kortdurende aandoening door infectie, medicatieverandering of voedselvergiftiging. De bekendste veroorzaker van acute diarree is de Salmonella bacterie. Acute diarree kan een aantal oorzaken hebben, zoals:

  • eten van besmet voedsel; bekend zijn de toetjes die gemaakt zijn met rauwe eieren en kippenpootjes die niet goed gaar zijn
  • reizen naar tropische oorden met slechte hygiënische omstandigheden
  • recente verandering van medicatie
  • veelvuldig gebruik van antibiotica

Het is een fabeltje te denken dat de darmen bij diarree ‘rust’ moeten hebben. Door niet te eten wordt het herstelproces van het darmslijmvlies juist vertraagd! Vasten of thee met beschuit hebben geen zin. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.

Advies:

  • Probeer zo normaal mogelijk te blijven eten
  • Drink veel vocht (tenminste 2 liter per dag)
  • Bij last van melk vermijd dan gewone melk en probeer lactosevrije melk of soja drink
  • Bij hoge temperatuur en koorts tenminste 2,5 liter vocht per dag
  • Gebruik extra zout (als u geen medisch advies heeft om minder zout te gebruiken)
  • Gebruik vaak kleine maaltijden.
  • Wanneer de diarree langer dan enige dagen aanblijft en er bijna niet meer wordt geplast, de urine donker van kleur is en er wordt gebraakt, ga dan naar de huisarts.

Bij diarree gaat er veel vocht en zout verloren. Door verlies van grote hoeveelheden vocht en zout ontstaan klachten als vermoeidheid, prikkelbaarheid, concentratiestoornissen en gewichtsverlies. Wanneer deze verschijnselen zich voordoen, dan is het drinken van een ORS-oplossing (Oral Rehydration Salt) goed. De samenstelling van een ORS-oplossing is ideaal om de vochtverliezen aan te vullen. 

Advies om reizigersdiarree zoveel mogelijk te voorkomen:

  • Zorg voor schone handen
  • Gebruik geen kraanwater, maar uitsluitend water uit flessen, ook om de tanden te poetsen
  • Gebruik geen ijsblokjes en geen schepijs
  • Let goed op de houdbaarheidsdatum van levensmiddelen
  • Was groente zorgvuldig en eet het niet rauw
  • Eet geen ongeschild fruit
  • Eet alleen vlees, gevogelte en vis als dit goed doorbakken is
  • Vermijd rauwe eieren
  • Neem probiotica mee op reis