Voeding en teamsport

Team- en spelsporten worden gekenmerkt door hun intervalkarakter. De basis van gezonde voeding bij teamsporten zijn de richtlijnen Goede Voeding. Het lichaam moet tijdens het sporten worden voorzien van voldoende voedingsstoffen om op die manier genoeg energie te kunnen leveren. Het vochtverlies dat optreedt tijdens de inspanning dient zo veel mogelijk te worden gecompenseerd door een hoge vochtinname. 

Een teamsporter die meer dan 5 tot 7 uur per week traint beoefent zijn of haar sport intensief. Naast de basis voedingsadviezen uit de Richtlijnen Goede Voeding is een persoonlijk advies dan van groot belang. Wanneer er sprake is van vermoeidheid, gewichtsafname of bij klachten tijdens het training en/of een wedstrijd (en voeding zou daarvan de oorzaak kunnen zijn), is het raadzaam de voeding te checken samen met een professional op het gebied van voeding en (top)sport.

De sportdiëtisten van VodiService adviseren (team)sporters middels een advies op maat, afhankelijk van de gestelde sportdoelen.

Voedingsadviezen

Teamsporters voorzien hun lichaam van de juiste voedingsstoffen door hun basis voeding samen te stellen met behulp van de Richtlijnen Goede Voeding:

Tijdens trainingsdagen
Tijdens trainingsdagen is het belangrijk dat je voldoende energie hebt om te kunnen trainen, maar ook om te kunnen herstellen. Daarom zijn er voor team- en spelsporters de volgende voedingsregels opgesteld:

  • Eet volop koolhydraten. De voeding van teamsporters moet voor 60 energieprocent uit koolhydraten bestaan. Daarnaast geldt voor intensieve balsporten dat wanneer de training langer dan 45 minuten duurt, aanvulling van koolhydraten tijdens de training nodig is. Voor minder intensieve balsporten is bij een training van 1,5 uur of meer aanvulling van koolhydraten nodig.
  • Wees zuinig met vetten. De voeding van een teamsporter moet voor 20-30 en% uit vetten bestaan. Producten met weinig vetten zijn bijvoorbeeld: magere zuivelproducten, jonge kaas, rosbief, rookvlees, witvis en halvarine.
  • Eet voldoende eiwitten. Voor een teamsporter is een eiwitopname van 1,2 à 1,5 gram per kg lichaamsgewicht voldoende. De Nederlandse voeding bevat doorgaans veel eiwitten; het is niet moeilijk om de aanbeveling te halen. Producten met veel eiwitten zijn bijvoorbeeld: vlees, vis, (magere) kwark en noten.
  • Eet gevarieerd om op die manier genoeg vitamines en mineralen binnen te krijgen. 
  • Zorg voor een hoge vochtinname (2 tot 4 liter) per dag.
  • Zorg voor een goede timing van de maaltijden om voldoende energie en voedingsstoffen te kunnen opnemen (zie ook het kopje timing).

Tijdens de wedstrijddag
Tijdens een wedstrijddag is het vooral belangrijk dat je geen last krijgt van je voeding. Bovendien is het gebruik van vocht en extra koolhydraten noodzakelijk om je prestatieniveau op peil te houden. Voor een wedstrijddag kunnen de volgende regels gehanteerd worden:

  • Laatste maaltijd 2 à 3 uur voor de wedstrijd nuttigen om maag-darmproblemen te voorkomen. 
  • Tot aan de wedstrijd een ruime hoeveelheid drinken (dranken zonder koolhydraten). De laatste 8 minuten voor aanvang van de wedstrijd 1 à 2 bekertjes water drinken voor een goede vochthuishouding. 
  • Duur wedstrijd > 1 uur: 150-250 ml dorstlesser of water per kwartier voor een goede vochthuishouding. 
  • Duur wedstrijd > 45 minuten: voor aanvang van een tweede helft of volgend spel koolhydraten aanvullen in de vorm van: koolhydraatrijke tussendoortjes zoals fruit (een banaan is gemakkelijk en bevat veel koolhydraten), biscuits, preparaten als koolhydraatrijke dranken en hal vloeibare voeding, brood (krentenbol), ontbijtkoek. Een klontje suiker of druivensuiker helpen ook, maar slechts voor korte duur.

Koolhydraten en vetten als brandstof

Koolhydraten essentieel
Koolhydraten zorgen voor een optimale energievoorziening van het lichaam. Ruim gebruik van koolhydraatrijke voedingsmiddelen is dan ook aanbevolen. Koolhydraat rijke voedingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: brood en andere graanproducten, rijst en pasta’s (zoals macaroni en spaghetti).

Daarnaast is het belangrijk om zoveel mogelijk halfvolle en magere producten te gebruiken. Hierdoor is het energieaandeel aan vet zo laag mogelijk ten opzichte van de hoeveelheid koolhydraten. Omdat koolhydraatrijke voeding een groot volume heeft, is het goed de voeding zoveel mogelijk te verdelen over de dag, bijvoorbeeld door het gebruik van tussendoortjes.

Wil je testen of je gezond eet? Klik hier.

Vetgehaltes
Vet is een ‘langzame’ brandstof, die gebruikt wordt als het lichaam in rust is en bij extensieve duurarbeid. Voor de uiteindelijke sportprestatie is de vetopname minder belangrijk dan bijvoorbeeld de koolhydraatopname, maar als de vetopname te hoog is, worden de koolhydraten minder goed opgenomen.

Het is dus belangrijk om niet te vet binnen te krijgen, zodat de koolhydraten goed worden opgenomen en gebruikt kunnen worden als brandstof. De keerzijde is dat het lichaam ook niet te weinig vet binnen moet krijgen. Sommige vitamines (A, D, E en K) zijn vet oplosbaar en vinden we terug in vetrijke producten. Het lichaam heeft deze vitamines nodig om goed te kunnen functioneren. Het advies voor de vetinname voor een sporter is 20-30 energie procent, waarvan maximaal 10 energie procent mag bestaan uit verzadigde vetten.

*Bij deze indeling is gelet op het totale koolhydraatgehalte – waarbij de voorkeur uitgaat naar zetmelen – en vetgehalte van voedingsmiddelen. Er is rekening gehouden met de aanwezigheid van vitamine C en voedingsvezel. Alle fruitsoorten zijn echter koolhydraatrijk.

Vochtinname

Het type drank wat je het best kan kiezen tijdens het sporten hangt af van zowel de intensiteit als duur van de inspanning, de temperatuur en vochtigheidsgraad van de omgeving en in welke mate je zweet. Allereerst bekijk je waarvoor de drank moet dienen: als vochtaanvulling of aanvulling van brandstof? 

Als je minder dan 60-90 minuten sport bent en het erg warm is waardoor je veel zweet, dan zal je eerste prioriteit het aanvullen van vocht zijn. In dat geval is een vochtaanvullende sportdrank (hypo- of isotoon) de beste keuze. Water is prima wanneer de inspanning minder dan uur duurt en wanneer je je matig tot gemiddeld inspant. 

De aanvoer van brandstof is belangrijker wanneer de (zware) inspanning langer dan 90 minuten duurt of wanneer je weinig zweet. Dan zal de uitputting eerder veroorzaakt worden door glycogeenuitputting dan door dehydratie (vochttekort). Koolhydraten- of energiedranken (hypertoon) zijn dan een betere keuze. Veel sporters krijgen echter maagklachten van deze energiedrankjes vanwege de hoge concentratie stoffen in het drankje. Je kunt het beste met drankjes experimenteren tijdens trainingen voordat je ze in de wedstrijd gebruikt.

Meer drinken voor, tijdens en na de training is in het begin even wennen, zeker wanneer je dat niet gewend was. Voer de hoeveelheid vocht langzaam op voor, tijdens en na de training en let goed op hoe je lichaam hier op reageert.

Drinken tijdens de training en wedstrijd
Aanbevolen wordt 150-250 ml per kwartier te drinken. Drink halverwege de training bijvoorbeeld 250 tot 300 ml en vul na het trainen meteen je vochtverlies verder aan. Ook hier geldt dat je langzamerhand moet wennen aan het drinken tijdens de training, voer de hoeveelheid vocht dan ook langzamerhand op

Timing van de maaltijden

Zorg voor een goede timing van de maaltijden. Een koolhydraatrijke voeding bevat veel volume, daarom is het belangrijk om de maaltijden over de dag te verdelen (3 hoofdmaaltijden en 3 tussenmaaltijden). Het nuttigen van een maaltijd binnen 1 à 1,5 voor de training of wedstrijd wordt afgeraden. Na de training kun je het beste kiezen voor een koolhydraatrijke maaltijd om de glycogeenvoorraden in de spieren weer aan te vullen.

Waarom timen?
Het merendeel van onze voedingsmiddelen kan niet direct als bouwstof of energiebron worden gebruikt zonder dat er een verteringsproces heeft plaatsgevonden. In het bijzonder vetten, eiwitten en bepaalde koolhydraten zijn te groot om direct via de darmwand in het bloed op te nemen. Maaltijden moeten daarom net als trainingen ingepland worden. Door het timen van de maaltijden zal het maagdarmkanaal tijdens het sporten niet te vol zitten. Een volle maag kan vervelende ongemakken geven zoals druk op de maag, oprispingen of zelfs overgeven. Daarnaast is de bloedtoevoer tijdens inspanning voornamelijk gericht op de spieren. Dit leidt tot een relatief bloedtekort in het maagdarmkanaal. Dit is vervelend gezien het feit dat het bloed daar juist naar toe gestuurd moet worden om het voedsel te verteren.

Maaglediging
De maaglediging is afhankelijk van verschillende factoren:

  • Consistentie van de voeding: vloeistoffen sneller dan vast voedsel, goed gekauwde voeding sneller dan grote brokken. 
  • De samenstelling van de voeding: koolhydraten sneller dan vetten. 
  • De temperatuur: koude drank sneller dan warme drank.

Maag-darm klachten
Lichamelijke inspanning kan maag-darmklachten veroorzaken. Lopen veroorzaakt als gevolg van de op en neergaande beweging een mechanische belasting van de organen in de buikholte. Dit levert meer problemen op dan sporten zoals fietsen, zwemmen of roeien Daarnaast geldt dat hoe langduriger de inspanning, hoe groter de kans op klachten. Over het algemeen kun je deze klachten voorkomen door goed te letten op de timing en de hoeveelheid van de maaltijden het soort vocht gebruik.

Rebound hypoglykemie
Wanneer er binnen een uur na een koolhydraatrijke maaltijd een inspanning wordt geleverd, reageert het lichaam hierop met een hypoglykemie (= te lage bloedsuikerspiegel). De koolhydraten verhogen in eerste instantie de bloedsuikerspiegel waardoor insuline wordt afgegeven. De afgegeven insuline normaliseert vervolgens de verhoogde bloedsuikerwaardes in het bloed. Echter, de inspanning maakt ook dat de suikerwaardes dalen. Hierdoor verdwijnt er netto te veel suiker uit het bloed waardoor je je slap, duizelig en moe kunt voelen. Dit verschijnsel heet rebound hypoglykemie. Rebound hypoglykemie kan worden voorkomen door 1 uur voor de inspanning geen koolhydraatrijke producten te eten of te drinken, Dit kan alleen vlak voor de start. Het lichaam heeft dan te weinig tijd om de extra insuline aan te maken. 

Sportvoeding preparaten

Er zijn veel verschillen preparaten op de markt die beweren dat ze de sportprestatie verbeteren. Redenen die sporters aangeven om supplementen te gebruiken zijn: mogelijk prestatie verhogend effect, reguliere voeding bevat te weinig voedingsstoffen, reguliere voeding dekt niet de verhoogde behoefte van een sporter. Van de meeste supplementen is tot op heden nog weinig effect aangetoond. 

Voor het gebruik van sportvoeding preparaten geldt: gebruik het als de normale voeding ontoereikend is en in overleg met een (sport)arts of sport diëtist. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vitaminen en mineralen supplementen en tussen sportvoeding preparaten. Sportvoeding preparaten worden onderverdeeld in sportdranken, koolhydraatrijke repen en eiwitpreparaten.

Vitaminen en mineralen supplementen

  1. (Multi)vitaminepreparaten

Er kan niet worden aangenomen dat het innemen van extra vitaminen en mineralen per definitie leidt tot betere sportprestaties. Een adequate, gevarieerde voeding is voldoende om genoeg vitaminen en mineralen binnen te krijgen volgens de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid. Wanneer er echter sprake is van een vitaminedeficiëntie kunnen vitaminepreparaten prestatie verhogend werken door de tekorten aan te vullen. Door bijvoorbeeld tijdgebrek, gewichtsverlies of extreme en langdurige inspanning kan de normale voeding ontoereikend zijn. Een supplement kan dan uitkomst bieden.

  1. Mineralenpreparaten

Wanneer je als sporter bent afgevallen of vegetarisch eet kan er een tekort aan mineralen optreden. Een voorbeeld hiervan is een ijzertekort. IJzer zorgt in het lichaam voor het aanvoeren van zuurstof. IJzertabletten zijn bedoeld om het tekort aan ijzer in het lichaam weer aan te vullen. Langdurig gebruik van ijzertabletten kan leiden tot maag-darmproblemen. Overleg daarom voor het gebruik van ijzertabletten altijd met een (sport)arts.

Sportdranken
We onderscheiden verschillende soorten sportdranken: koolhydraatrijke en koolhydraatarme (dorstlessers) sportdranken. De mate van belasting voor het maagdarmkanaal van deze dranken hangt af van de concentratie van de drank. Hoe hoger de concentratie (osmolariteit), hoe hoger de belasting van het maagdarmkanaal. Het lichaam kan het best tegen vocht met een concentratie van 300 mosm per liter. Een spotdrank als Isostar heeft een concentratie van 294 mosm per liter en wordt dan ook snel en zonder belasting van het maagdarmkanaal opgenomen.

  1. Koolhydraatrijke en energierijke dranken

Bij langdurige inspanning (> 1,5 uur) of bij een zeer intensieve training kan uitputting van de koolhydraatvoorraden (= glycogeenvoorraden) een probleem vormen. Het is dan belangrijk om deze voorraad koolhydraten op peil te houden. Bij langdurige intensieve belastingen is het aan te raden om koolhydraten tijdens de inspanning in te nemen. Kies voor een drankje met koolhydraten in een vloeibare en snel opneembare vorm.

  1. Dorstlessers

Tijdens inspanning kunnen grote vochtverliezen optreden door het transpireren. Een negatieve vochtbalans kan prestatie verminderend werken. Bij intensieve duurprestaties is de snelheid waarmee vocht door middel van transpireren verloren gaat relatief groot. Daarentegen is de tijd die ter beschikking staat om dit verlies weer aan te vullen slechts kort. Het is zulke situaties belangrijk een drank te kiezen die door het lichaam snel wordt opgenomen, zoals een isotone dorstlesser. Bij kortdurende en/of minder intensieve inspanningen is water een goede dorstlesser.

Koolhydraatrijke repen
Behalve energierijke dranken zijn er voor de sporter ook speciale repen op de markt. Zij leveren voornamelijk energie in de vorm van koolhydraten. In vergelijking met chocoladerepen of candybars bevatten zij weinig vet.

 

Eiwit- en aminozuurpreparaten
Eiwitpreparaten bestaan voor 50-90% uit eiwitten. Deze eiwitpreparaten zijn een uitkomst wanneer er te weinig eiwitten uit de voeding gehaald worden. In Nederland komt dit bijna niet voor, met een normale voeding is het makkelijk haalbaar om voldoende eiwitten op te nemen. Ook is gebleken dat het eiwit uit voeding of preparaat geen verschil maakt en dat alle eiwitten worden afgebroken tot aminozuren. Eiwitpreparaten zijn vaak niet noodzakelijk, maar zijn de laatste jaren gestegen in  populariteit onder sporters.

Doping
Sommige supplementen worden gezien als doping. Zo kan een supplement in het ene land als voedingsmiddel geregistreerd staan, maar in het andere land als geneesmiddel en dus als doping. Ook kunnen supplementen sporen bevatten die op de dopinglijst staan. Om te voorkomen dat er ongewenst positief getest wordt tijdens een dopingtest, kan je de dopinglijst NZVT vinden op www.dopingautoriteit.nl 

Maak contact met de diëtist

Heeft u vragen of wilt u meer weten over (team)sport?
Vodiservice heeft een team van (sport)diëtisten die u graag verder helpen!