Therapieën bij kanker
Op deze pagina vindt u informatie over verschillende therapieën bij de behandeling van kanker en de invloed van voeding.
Radiotherapie
Radiotherapie kan als enige therapie worden ingezet, maar ook in combinatie met andere behandelingen zoals een operatie of chemotherapie. Het is belangrijk tijdens de radiotherapie voldoende te drinken, omdat het lichaam extra veel afvalstoffen moet verwijderen.
Het aantal bestralingen is verschillend. Bij bestraling in het hoofd/halsgebied kunnen de speekselklieren worden aangetast. Gevolg hiervan is een gebrek aan speeksel en een droge mond, verlies van smaak en ook de reuk kan afnemen. Een tekort aan speeksel kan een pijnlijke ontsteking in de mond veroorzaken. Klachten van een droge of pijnlijke mond, slijmvorming, smaakverandering of smaakverlies gaan altijd gepaard met een verminderde inname van voedsel.
Bij buikbestraling kan men al in het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Darmkrampen, diarree en slijmvorming komen het meest voor tijdens de tweede week van de bestraling. Na beëindiging van de buikbestraling kunnen de klachten van loze aandrang, diarree en slijmvorming nog aanhouden. Veel mensen denken ten onrechte dat men bij diarree een speciale voeding moet gebruiken, maar voeding heeft nauwelijks invloed op het ontlastingspatroon. Wel moet bij diarree extra vocht en zo nodig extra zout worden ingenomen. Hoofdregel bij diarree is dat men niet te bang moet zijn om normaal te eten.
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling van kanker met medicijnen, zogenoemde cytostatica (celdodende of celremmende medicijnen). Deze medicijnen kunnen oraal gebruikt worden of per infuus worden toegediend. Chemotherapie wordt vaak gecombineerd met andere behandelingen. Voedingsklachten bij chemotherapie kunnen verschillend zijn; reuk- en smaakveranderingen, misselijkheid, pijnlijke mond en slijmvorming. Al deze klachten hebben een negatieve invloed op de voedingstoestand. Voldoende eten is soms onmogelijk. Bij ernstig gewichtsverlies wordt tijdens de kuren energie-eiwitverrijkte drinkvoeding voorgeschreven om de voedingstoestand niet te laten verslechteren. Gelukkig zijn er een aantal medicijnen tegen misselijkheid en braken (anti-emetica).
Hormonale therapie
Bij hormoontherapie wordt de groeistimulerende werking van hormonen geremd bij hormoongevoelige tumoren zoals borst-, prostaat- of baarmoederkanker. Hormonale therapie kan op een aantal manieren worden toegepast. Veel patiënten worden behandeld met hormoonpreparaten. Een behandeling met hormoonpreparaten wordt vaak gedurende langere tijd gegeven en kan maanden tot jaren duren. Hormonale therapie wordt vooral gegeven bij vrouwen met borstkanker. De algemene indruk bestaat dat patiënten met kanker vooral moeten oppassen niet af te vallen. Bij borstkanker ligt dit anders. Onderzoek heeft aangetoond dat meer dan de helft van de vrouwen met borstkanker gemiddeld 5 kilo zwaarder wordt in het eerste jaar na de diagnose tot drie jaar na diagnose. Gewichtstoename treedt vooral op bij vrouwen die een combinatiebehandeling krijgen van chemotherapie en hormonale therapie. De oorzaak ligt waarschijnlijk deels in deze behandeling maar ook in veranderde leefstijl van de vrouwen; ze gaan meestal minder bewegen. Aanbevelingen: goede begeleiding voor gewichtsbeheersing en voldoende beweging.
Immunotherapie
Immunotherapie is een behandeling met medicijnen die gebruik maakt van het natuurlijke afweersysteem om kankercellen te herkennen, aan te vallen en te vernietigen. Patiënten die met immunotherapie worden behandeld, voelen zich vaak moe en lusteloos. Het is niet gemakkelijk om tijdens de behandeling goed te blijven eten en eten kan tegenstaan. Bij immunotherapie staat vooral algehele malaise op de voorgrond en misselijkheid is een bijwerking. Door de algehele malaise kan drinkvoeding of sondevoeding een oplossing zijn.